In dit boekje Fruitboom planten van de POMologische Vereniging Noord-Holland wordt stap voor stap uitgelegd wat je moet doen.
Er is veel informatie over het planten van fruitbomen te vinden. Hieronder staat een verzameling, uit diverse bronnen.
Informatie van Snel fruitkwekerij uit Naarden ( inmiddels niet meer bestaand):
Entplek
Alle fruitbomen worden geënt of geoculeerd, dat wil zeggen veredeld. Door deze veredeling
ontstaat een knobbel, deze vindt u ongeveer 0 cm boven de wortels. Bij het planten van de
boom moet deze knobbel boven de grond blijven.
Tips bij het planten
– maak de wortels nat voor dat u gaat planten, laat de boom nooit uitdrogen;
– denk goed na over de plaats waar de boom komt te staan (voldoende afstand tot de gevel en tot andere bomen, minimaal 8 meter), want het later weer verplanten van de boom gaat ten koste van groei en vruchtbaarheid;
– maak een ruim plantgat, ongeveer 2x zo groot als de wortels, maak de ondergrond goed los;
– gebruik bij het planten een goede potgrond;
– nooit stalmest op de wortels doen;
– na het planten de boom goed aandrukken, zodat alle wortels in contact komen met de grond. Dit kunt u doen met de voet;
– op plaatsen met veel wind een boompaal gebruiken. Afstand tussen boom en paal is 15 cm. Plaats de paal aan de westzijde van de boom, vastzetten met een goede boomband. Let op: eerst de palen, dan de boom;
– in het eerste jaar de boom in het voorjaar en de zomer goed nat houden;
– plant geen planten rond de stam, houdt de grond onkruidvrij, dit is beter voor vocht en voeding.
Bemesting
Fruitbomen houden van mest, daarom ieder voorjaar (eind maart; begin april) bemesten voor een goed resultaat U kunt daarvoor stalmest, Culterra of kunstmest (12-10-18) gebruiken. De mest bovenop de ‘pond toedienen.
Informatie uit een andere bron:
Plantgat
De handeling zal bestaan uit het graven van het plantgat en deze dient minimaal 100×100 cm groot en 75 cm diep te zijn. De wortels moeten eveneens in de breedte nog voldoende plaats hebben. Bij een harde bodem moet er dubbel zo diep gegraven worden en de aarde in lagen rond het plantgat verspreiden. Vervolgens de bodem van het plantgat met de spade losmaken. De fruitboom moet geplant worden zo lang de losgemaakte aarde nog vochtig is. Indien nodig tot het planten deze aarde bedekken of vochtig houden.
Het word afgeraden om de grond extra “lekker” te maken door het te vervangen door potgrond. Toevoegen en goed mengen van 25% potgrond/compost is prima, maar niet meer. Anders worden de wortels lui en zullen dan alleen binnen het plantgat gaan groeien. Ook moet je geen mest in het plantgat toevoegen, omdat de wortels dan verbranden.
Voor een verbetering van waterafvoer kunnen er in het plantgat 2 of 3 gaten geboord worden met een grondboor. Deze boorgaten worden vervolgens opgevuld met gedroogdbrekezand wat een dikke kolom zal vormen welke goed water doorlaat. Een nadeel kan zijn dat fijne haarwortels dit plantgat induiken.
Planten
Plaats als eerste de paal, anders kun je de wortels beschadigen. Plaats de paal altijd aan de westzijde omdat de wind meestal uit deze richting waait. De eventueel tweede paal kun je hier recht tegen over plaatsen. De paal gaat zo diep de grond in dat je ongeveer 1.5m boven de grond overhoud. Hou ook rekening met de hoogte van de eerste gesteltakken van de boom, zodat deze niet tegen de paal aan kunnen schuren.
Vervolgens breng je voldoende grond in het plantgat zodat de entplek, verdikking net boven de wortels, 5 tot 10 cm boven het maaiveld komt te staan. Plaats de jonge fruitboom in het plantgat op een zodanige wijze dat de wortels vrij en gespreid liggen, ze mogen niet geknikt worden.
Vervolgens voeg je zoveel grond aan het plantgat toe dat je net iets onder het maaiveId komt. Tijdens het toevoegen van grond trek je telkens de fruitboom al schuddend voorzichtig iets omhoog zodat tussen de wortels geen holle ruimtes ontstaan. Als de entplek een handbreedte boven het maaiveld staat wordt de boom niet verder omhoog getrokken. De fruitboom staat nu op de diepte waarbij de boom bij de kweker heeft gestaan. Zo wordt voorkomen dat er wortels ontstaan op het geënte houd waardoor de fruitboom sterk begint te groeien en geen vruchten meer zal dragen. Vervolgens voeg je een emmer water toe om het zand goed in te spoelen. Meer is niet nodig. Controleer ook de stand van de boom, deze dient rechtop te staan. Daarna het plantgat opvullen met
de rest van de grond en goed maar lichtjes aanstampen.
Het is nu tijd om de boomband, zo hoog mogelijk, aan te brengen. Bij de paal aan westzijde wordt de band in de vorm van een liggende 8 aangebracht, zodat de boom niet tegen de paal kan schuren. Doe de band niet te strak om de boom en zorg ervoor dat de boom voldoende bewegingsruimte heeft. Na 3 a 4 jaar, als de stam voldoende dik is geworden, moet je de paal weghalen zo zorg je ervoor dat de wortels zich beter gaan hechten en niet lui worden. Bij harde wind of storm zal de boom dan blijven staan en niet omwaaien.
Verplaatsen
Wanneer wij een fruitboom hebben aangeschaft of een fruitboom gaan verplanten wordt de fruitboom uit de grond gehaald. Er blijven dan veel wortels achter in de grond, meestal meer dan 70%. Daarom snoeien we bij het planten veel takken weg om de balans tussen kroon en wortels te herstellen. Anders is de kans op overleving klein. Bij niet snoeien zal de fruitboom het eerste halfjaar groeien op de nog aanwezige reserves in de stam en takken. Zijn deze reserves, na een halfjaar, op dan zal de boom zijn blad verliezen, want de wortels kunnen de vraag niet aan, en sterven. Water geven heeft dan ook geen zin.